|
Geurplanten Het aantal geurplanten of aromatische planten is heel groot. Aromatische planten hebben vaak harskliertjes op bladeren en stengels en geuren het sterkst op het heetste van de dag. Door het aanmaken van secundaire plantstoffen -zoals aromatishe stoffen- communiceren planten met hun omgeving. Planten lokken bijvoorbeeld op deze wijze sluipwespen naar zich toe, als ze worden aangevreten door rupsen. Planten in de omgeving van de aangetaste plant kunnen deze aroma’s ook bemerken. Ook als ze nog niet zijn aangetast, kunnen zij aroma’s gaan produceren om zichzelf uit voorzorg te gaan beschermen. Uiteraard vallen de aroma’s ook op voor mensen. De welriekendheid of frisheid via rechtstreekse inademing door de neus wordt hoog gewaardeerd. Mensen gebruiken aroma’s van planten dan ook in bijvoorbeeld aromatherapie of verwerken aromatische plantdelen in parfums of zalven. |
Citroengele Honingklaver
Melilotus officinalis
De Citroengele Honingklaver is een middelhoge tot zeer hoge, bossig vertakte zomer- en herfstbloeier. De plant bloeit helder citroengeel en de bloemen bevatten veel nectar waar veel insecten op afkomen. Deze klaversoort groeit graag op kalkhoudende stenige grond op zonnige plekken.
Deze plant bevat cumarine (denk aan de geur van afgemaaid hooiland). Citroengele Honingklaver werd vanwege zijn frisse geur in gedroogde vorm tussen de kleding in de kast gelegd. Verder werden bestanddelen van deze plant gebruikt tegen ontstekingen.
Welriekende agrimonie
Agrimonia procera
Welriekende Agrimonie is een middelhoge tot zeer hoge, zeldzame overblijvende plant. De plant groeit graag op kalkarme grond op lichtbeschaduwde plekken. De plant bloeit aarvormig, de bloemen openen zich van onderen naar boven en hebben een ruim aanbod van stuifmeel. Bestuiving vindt plaats door vliegen, zweefvliegen en honingbijen.
De bladeren zijn geelachtig groen en bestaan uit drie tot zes paar deelblaadjes. Aan de onderkant van deze blaadjes zitten veel klierknopjes. Bij het fijnwrijven van het blad komt er een zoetzure geur vrij.